Zijn loterijen een kansspel of oplichting?

Loterijen hebben altijd al tot de verbeelding gesproken bij mensen. Als je kijkt naar de grote geldbedragen die er te winnen zijn bij de Nederlandse loterij of de Bankgiroloterij, is het geen wonder dat loterijen zo aantrekkelijk zijn. Vaak zijn er geldprijzen van miljoenen euro’s te winnen, dan gaan mensen al dromen over wat ze allemaal met dat geld zouden doen moesten ze het effectief winnen. Deze grote geldbedragen kunnen mensen dan ook vaak overhalen om mee te spelen, ookal weet iedereen wel dat de kans om ook echt te winnen heel erg klein is. Maar het idee dat het maar eens zou kunnen lukken, is vaak genoeg om een lot te kopen.

Dat zit al heel lang in ons, want zelfs in de Middeleeuwen bestonden er al kansspelen. Maar wat ontstond als kansspelen, krijgt tegenwoordig steeds vaker de naam van oplichterij mee. Mensen vertrouwen de loterijen steeds minder. Neem bijvoorbeeld de Lotto: vroeger kon je de trekking van de nummers live op tv volgen. Een presentator draaide aan een korf met balletjes en de nummers van de balletjes die eruit kwamen, waren de winnende nummers. Tegenwoordig worden die trekkingen amper nog openbaar gedaan en als dat al zo is, zijn ze zelden live. Het is ook veel makkelijker om de uitkomst te sturen, aangezien alle loten nu online worden geregistreerd.

Bovendien stelt Lotte de jackpot wekelijks vast op 6 miljoen euro. Een lot om mee te spelen met de Lotto kost €1,50. Stel dan dat er wekelijks zo’n 3 miljoen loten verkocht worden, dan zijn de inkomsten wekelijks 4,5 miljoen. Als er daadwerkelijk elke week een winnaar zou zijn, zou Lotto dus een wekelijks verlies maken van 1,5 miljoen. Maar naast de jackpot zijn er een heleboel kleinere geldprijzen te winnen. Deze worden wel elke week uitgedeeld, maar de jackpot valt amper anders zou dat teveel verlies betekenen voor Lotto.